Het kwetsbare midden verdient de volle aandacht

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van dr. Eppo Bruins (ChristenUnie).

Op de EHBO-cursus leerde ik dat je niet eerst de mensen moet helpen die kermen of klagen. De mensen die géén geluid maken, zijn er het slechtst aan toe.

Als politicus heb ik gemerkt dat dit ook geldt voor een gezond land: zij die nooit klagen, verdienen onze volle aandacht. Zij zijn vaak juist de mensen die ons land draaiende houden. Zowel om hun verdiencapaciteit (economie) als om hun inzet als vrijwilligers, als mantelzorgers of als ouders.

Zij worden door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) „het stabiele en kwetsbare midden” genoemd. Aan het vooruitgangsoptimisme rond deze groep is echter een eind gekomen. De WRR ziet drie bedreigingen: de afgenomen waarde van een middelbare opleiding, het verdwijnen van administratieve en dienstverlenende beroepen en de moeite om rond te komen van een modaal salaris.

Bezaleël

De afgenomen waarde van een middelbare opleiding is een van de grootste culturele problemen van onze tijd. Steeds meer jongeren willen per se een zogenaamd hogere opleiding. Maar het resultaat daarvan is dat veel mensen niet tastbaar meer bijdragen aan onze samenleving. We leiden wel heel veel managers, hoofden, coördinatoren en zogeheten ”young professionals” op, maar wie komt er van school en kan zeggen: „ik heb een vak geleerd”?

Het is veelbetekenend hoe de Bijbel naar vakmanschap kijkt. De eerste persoon in de Bijbel die vervuld werd met de Geest van God (”Ruach Elohim”) was Bezaleël. Hij was de oppervakman en leidde alle andere vakmannen op. Samen zouden ze de tabernakel bouwen, volgens de instructies die Mozes had gekregen.

Laten we daarom weer vakmensen opleiden, laten we hen waarderen en beseffen dat onze maatschappij draait dankzij slimme mensen die echt wat kunnen.

Rust

Terwijl in de afgelopen vijftien jaar opeenvolgende kabinetten oog hadden voor de ”bovenkant” of de ”onderkant” (of voor allebei), werden de middengroepen over het hoofd gezien. Het effect daarvan is dat sommige mensen met een net, modaal salaris minder overhouden dan iemand die in de bijstand zit. En dat de meeste kinderen die in armoede opgroeien dat doen in een gezin waar ten minste één ouder wel degelijk betaald werk verricht.

Zo zijn de middengroepen steeds kwetsbaarder geworden. Want de huizenprijzen zijn de pan uit gerezen, rondkomen van één salaris is niet meer mogelijk, er is geen keuzevrijheid meer bij het verdelen van zorg en werk, gezinnen trekken weg uit de stad, vaste contracten worden schaars, de pensioenopbouw is onzeker, de energierekening valt tegen en de zorg wordt duurder. En dan lees je ook nog al die dwingende berichten in de krant over warmtepompen en stekkerauto’s.

Als koning Salomo voor het volk bidt (1 Koningen 8), eindigt hij met een zegen: „Geloofd zij de HEERE, Die Zijn volk Israël rust gegeven heeft.” Het volk heeft rust nodig. Dit doet me denken aan wat Jezus zei: „Kom tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven” (Mattheüs 11:28).

Ik denk dat veel mensen in het spitsuur van het leven vermoeid en belast zijn en rust nodig hebben. De meest kwetsbaren in onze maatschappij hoor je niet klagen, maar ze hebben wel behoefte aan rust, stabiliteit en zekerheid.

Zachtmoedigheid

Er is een partijleider in de Tweede Kamer die wedergeboorte (Renaissance) als thema heeft gekozen. Hij wijst terug naar de Griekse mythologie, de Verlichting, de hoogcultuur van voorbije eeuwen. Hij vertelt groots en meeslepend hoe mooi ons land ooit was en hoe slecht we het nu hebben. Hij verkondigt een wedergeboorte van ons land, onze cultuur, onze identiteit.

Het thema wedergeboorte en de behoefte aan rust en zekerheid laten bij mij heel andere bellen rinkelen. Jezus zegt: „Neem mijn juk op je en leer van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en je zult rust vinden voor je ziel, want mijn juk is zacht en mijn last is licht” (Mattheüs 11:29-30). Jezus richt zich juist tot mensen die moe zijn en die een flinke last op de schouders hebben te dragen. We zien aan Hem dat nieuwe hoop geven, gebeurt vanuit een houding van zachtmoedigheid en nederigheid. Daar ligt het begin van een antwoord voor iedere christen-politicus.

Ik wil opkomen voor de mensen die dit land dragen. Het kwetsbare midden. Dat lukt niet door te beweren dat oude tijden zullen herleven. Hoopvolle politiek kijkt niet achterom, maar wijst vooruit, is realistisch en rechtvaardig. Daarin wil ik, wankelend en tastend, blijmoedig en bevreesd, proberen het goede te doen, juist voor deze mensen.