Openheid in de politiek geeft de burger vertrouwen

De waarheid spreken, vraagt meer dan alleen het zo uit te drukken dat het nog klopt. In de politiek schept zoveel mogelijk openheid vertrouwen tussen mensen.

Wie kent Philomena Bijlhout nog? Zij werd in 2002 staatssecretaris, maar moest na enkele uren alweer aftreden. Ze had formateur Balkenende verkeerd ingelicht over haar betrokkenheid bij Surinaamse milities. Onwaarheid houdt vaak maar kort stand. Dat stelt ook Spreuken 12:19: „Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid, maar een valse tong is maar voor een ogenblik.”

De politieke voorbeelden liggen voor het oprapen. Twee weken geleden nog kwam minister van Defensie Ank Bijleveld onder vuur te liggen. Haar voorganger bleek de Kamer verkeerd geïnformeerd te hebben over burgerdoden bij de strijd in Irak.

Bij alle politieke verschillen zijn alle partijen het eens over het belang dat we erop vertrouwen dat de Kamer goed wordt geïnformeerd, de waarheid wordt gesproken. Met onwaarheden val je door de mand. Het is fout, zondig, om de waarheid geweld aan te doen. Dat allereerst! Maar het is ook niet slim. Je brengt jezelf ermee in de problemen. Vroeg of laat loop je tegen de lamp.

Voor christenen te midden van andersdenkenden is er nog een extra reden waarom het belangrijk is om de waarheid te spreken. Wie als christen onbetrouwbaar is, geeft aanleiding om Gods naam te schaden. Recht en waarheid liefhebben, daar komt het op aan. Natuurlijk betekent de waarheid spreken niet altijd het achterste van je tong laten zien. Toch vraagt de waarheid spreken meer dan alleen het zo uitdrukken dat het nog klopt. In de politiek schept zo veel mogelijk openheid onderling vertrouwen.

Briljant idee

Een Kamerlid uit een seculiere partij vertelde eens een anekdote. De top van zijn partij was druk bezig een manier te vinden om een netelige kwestie zo goed mogelijk naar buiten te brengen. Totdat iemand een briljant idee had: zullen we het eens gewoon met de waarheid proberen? Eerlijk de waarheid vertellen als de meest vertrouwenwekkende communicatiestrategie.

Zo snel als bij Philomena Bijlhout de waarheid bovenkwam, gaat het lang niet altijd. Oneerlijkheid kan ontzettend hardnekkig zijn. De vorst van de duisternis is ook de vader van de leugens. Juist als er een geestelijke strijd wordt gestreden, regeert niet zelden de leugen.

Vorige week was de Week van het Leven. Een zorgvuldig opgestelde prolifefolder werd weggezet als een intimiderend verhaal! Eerder werden er leugens verkondigd over wakers bij abortusklinieken. Alsof die wakers agressief zouden zijn en vrouwen op een nare manier aanspreken.

De druk die er vanuit de omgeving wel degelijk op veel vrouwen is om voor een abortus te kiezen, wordt vaak glashard ontkend. Het verdriet en de pijn die na een abortus vaak worden ervaren, mag niet benoemd worden. De ontmaskering van die onwaarheden vergt een taaie strijd.

Onrecht en oneerlijkheid: ze kunnen zo hardnekkig zijn. Het raakt mij altijd weer, als ik brieven van burgers krijg die alles uit de kast hebben gehaald in een strijd tegen wat zij als onrecht ervaren. Soms krijg je het gevoel: ze zouden ergens wel een punt kunnen hebben. Brieven aan Kamerleden, de koning, de ombudsman. Soms ordners vol rechtszaken. Tevergeefs. Ze raken steeds meer verbitterd en gefrustreerd.

Troost

Het is een hele kunst om deze mensen ook eerlijk en liefdevol de waarheid te zeggen: Dat er in deze gebroken wereld soms onrecht is dat wij niet meer in recht kunnen veranderen. Dat loslaten, overgeven ons te doen staat, in plaats van verbeten in te zetten op het eigen gelijk.

De leugen regeert nooit voor altijd. Omdat de vader der leugenen niet het laatste woord heeft, maar Christus, Die de Waarheid Zelf is, de strijd al beslissend gewonnen heeft. Alle oneerlijkheid zal eenmaal aan het licht komen, voor Gods rechterstoel.

Dat biedt christenen in vervolging troost. Zoals die vrouw uit Iran, die op leugenachtige gronden door de rechter veroordeeld werd. Juist deze vervolgde christenen zien het leven in eeuwigheidsperspectief. Het sterkt hun dat God Zelf eenmaal al het onrecht recht zal zetten. Dat de waarheid van hun onschuld aan het licht zal komen. ,,Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid.”

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een christelijke partij een toespraak houdt. Deze toespraak is van Kees van der Staaij, Tweede Kamerfractievoorzitter van de SGP.

Maak ruim baan voor gerechtigheid

Zonder gerechtigheid heersen hebzucht en willekeur, maar als we ruim baan maken voor de gerechtigheid, dan licht het Koninkrijk Gods soms zomaar even op.

Nederland is een democratische rechtstaat. We hebben gelukkig onpartijdige rechters die onafhankelijk hun oordeel vellen. En wat is het een kostbaar goed dat wetten tot stand komen in een vrij gekozen parlement, waar minderheden voluit hun stem kunnen laten horen. Maar tegelijk betekent dat niet dat alle wetgeving daadwerkelijk recht brengt in de individuele levens. Er zijn mensen die verstrikt raken in bureaucratische regelingen. Mensen die geen uitweg meer zien uit de schulden, met een overheid die vooral schuldeiser is en minder een helper die weer perspectief geeft.

Een op de negen kinderen groeit op in armoede. Dat is een onvoorstelbaar aantal voor een rijk land, met een overheid die voor zoveel gecompliceerde situaties verstandig beleid kan ontwikkelen.

Een volksvertegenwoordiger heeft de kostbare plicht om te blijven onderzoeken waar het scheef zit, waar mensen niet uit de put worden gehaald, maar er soms zelfs in worden geduwd door overheidsbeleid. De plicht ook om te blijven zoeken naar ruimte voor mensen die het niet of maar beperkt redden op de arbeidsmarkt. Om te blijven werken aan vermindering van het aantal kinderen in armoede.

Te leen

De kerkvader Augustinus heeft ons in zijn grote werk over de stad Gods rijke lessen meegegeven, zoals het prachtige zinnetje: „Wanneer de gerechtigheid opzijgeschoven is, wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden?”

Het komt erop aan de gerechtigheid te bevorderen. In het dankbare besef dat alles wat we hier hebben, gekregen is, te leen is. De overheid kan niet uit willekeur handelen, maar is gebonden aan het recht. In Nederland moeten alle inwoners erop kunnen vertrouwen dat de staat zich aan de rechtsregels houdt en dat rechtspraak en parlement dat controleren.

Gerechtigheid is niet per definitie de wet die is vastgesteld door de meerderheid van stemmen. Gerechtigheid ziet verder. Het is de gerechtigheid van onze Here die de maat bepaalt in Zijn Koninkrijk. Hij onderzoekt en oordeelt de harten. Zonder gerechtigheid heersen hebzucht en willekeur, maar als we ruim baan maken voor de gerechtigheid, dan licht het Koninkrijk Gods ook in de weerbarstige werkelijkheid van deze wereld soms zomaar even op.

Wij leven Gode zij dank in vrijheid. We mogen met mensen van heel verschillende achtergronden en overtuigingen het goede zoeken voor onze samenleving. Tegelijk zijn we niet naïef en hebben we weet van het kwade. We zien onrecht. In het klein in onze nabije omgeving, in het groot als de machtigen der aarde hun cynische schaakspel met de volkeren lijken te spelen. Hoe zullen wij daarmee omgaan?

Augustinus bepaalt ons bij de gerechtigheid. Die bevorderen, is de taak van de overheid, maar ook van de onderdanen. We zullen telkens opnieuw ons leven mogen neerleggen in de handen van de trouwe God, met de wil om ons leven aan Hem te geven. Antwoord te zijn op Zijn oproep. Dat doen we in het grote vertrouwen dat de macht van het kwaad niet het slotwoord heeft. Onze Here en Heiland heeft het kwaad overwonnen. Wij dragen daarom altijd de hoop met ons mee.

In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van Mirjam Bikker, Eerste Kamerfractievoorzitter van de ChristenUnie.

Salomo voorbeeld voor christen in politiek

De enige manier om als christen in de politiek dienstbaar te zijn, is de raad van dr. Kohlbrugge opvolgen: „Ga dan tot God, en vraag Hem om u bij de hand te nemen. Met een nederig hart en in afhankelijkheid.

Wat heeft het voor zin om keer op keer, als je een paar weken vrij hebt, te grijpen naar de boeken van Chaim Potok? Wel, de hoofdpersonen in deze boeken, die zich afspelen in een Joodse wijk in Brooklyn (New York), worstelen met hun Joodse roots en met hun talent, in relatie tot hun leefomgeving. Een soort driedimensionaal krachtenveld.

Dat is nu precies het punt waar het om draait voor een christen in de politiek. Immers, je bent een christen, maar ook een persoon met een of meer talenten. Die beide aspecten moeten tot hun recht komen in de politiek. Het christen zijn is, als het goed is, alomvattend. Dat doortrekt je wezen. De kortste omschrijving van een christen las ik ooit in een preek van wijlen ds. J. van Haaren: „Een christen is iemand die vervuld is met Christus.” Dat staat bovenaan en stempelt je talenten, zodat die gericht zijn op Christus.

Wat moet je daarmee in de politiek, in onze samenleving, die wars is van het christelijk geloof? Hoe zijn die met elkaar in evenwicht te brengen? Dat is een zoektocht voor iedereen, en voor de politicus in het bijzonder, omdat deze geroepen wordt zich als christen en in persoon te verhouden tot het politieke krachtenveld.

Waarden en normen

Politiek wordt wel omschreven als „de wijze waarop in een samenleving de belangentegenstellingen van groepen en individuen tot hun recht komen – meestal op basis van onderhandelingen – op de verschillende bestuurlijke en maatschappelijke niveaus.” Mooie omschrijving, maar hoe komt het belang van het christelijk leven daarin tot zijn recht? In de praktijk van alledag zal men dan moeten leven naar bepaalde normen, die getoetst worden aan de Bijbel. Het christelijk leven komt pas tot zijn recht als er een gedeeld patroon van waarden en normen wordt aanvaard.

Hoe ver zijn we daarvan af! Denk aan het gezinsbeleid, de zondag, het doorgeschoten gelijkheidsdenken en de nieuwste levensbeëindigingsplannen. En wat te denken van de genderideologie, die momenteel haar duizenden verslaat zonder acht te slaan op wat God in Zijn goede schepping heeft gelegd? Hoe verhoudt zich dat tot het belang van het christelijk leven vanuit Bijbelse waarden?

Kortom, wat heb je als christen te zoeken in het politieke landschap anno 2019? Het antwoord kan kort zijn: álles!

Een christen heeft alles te zoeken in de politiek, omdat zijn christen-zijn niet op zichzelf staat. Omdat dit christen-zijn gedrenkt dient te zijn in het liefhebben van God en van de naaste. Dat betekent heel concreet dat christenen hun medemensen die anders denken niet zomaar mogen loslaten! En christenen hebben alles in de politiek te zoeken, omdat ze geroepen worden om te geloven wat Psalm 93 verwoordt: „De Heere regeert!” Het refrein ervan klinkt in de Psalmen 96, 97 en 99.

Salomo

God de Heere regeert. Jawel, en het kabinet-Rutte III ook. Maar dat laatste is alleen mogelijk bij de gratie Gods, of men het gelooft of niet. Het kabinet regeert omdat God de Heere regeert. Omdat Hij alle dingen leidt en bestuurt, ook al snappen wij, nietige christenpolitici, er soms helemaal niets van. Hoe kan het immers dat de achtereenvolgende kabinetten wetten indienen en aanvaarden die lijnrecht tegen de Bijbelse waarden ingaan? Hoe zit het dan met die Godsregering? Waarom laat God dat toe? Dat zijn trouwens geen nieuwe vragen. Augustinus zei al dat er wel dingen tegen Gods wil in gebeuren, maar niet buiten Zijn wil om.

Bij al deze grote vragen klemt de vraag wat nu de taak is van ieder van ons, als het gaat om goddelijke wijsheid in het regeren en als christen in de politiek.

Dan kom ik terecht bij het gebed van Salomo in die bekende geschiedenis in 1 Koningen 3, waar Salomo door God opgezocht wordt en mag zeggen wat hij wil ontvangen. Dan bidt hij: „Geef dan Uw knecht een verstandig hart, om Uw volk te richten; verstandelijk onderscheidende tussen goed en kwaad.”

Wat een bijzondere vraag van Salomo, wat een ootmoedige houding. Die is volgens de bekende dr. Kohlbrugge nodig in alle levensverbanden. Hij zegt: „Maar als God Almachtig de keizer en de koning geen nederig hart geeft, als Hij de herder der gemeente geen nederig hart geeft, zodat hij steeds de toevlucht neemt tot de genade, dan zeg ik u dat alles ondersteboven gaat, in de staat, in de gemeente, en ook in ieder huis.” De boodschap voor de koning en de herder is dezelfde als die voor ons allemaal. Een nederig hart, een ootmoedig gebed om wijsheid, een afhankelijk leven, dat hebben we nodig.

Hoe staat het dan met de goddelijke wijsheid in het regeren? En wat moet een christen in de politiek doen? Kohlbrugge geeft een goede raad: „Ga dan tot God, en vraag Hem om u bij de hand te nemen!” Dat is de enige manier om als christen te dienen in de politiek. Met een nederig hart en in afhankelijkheid!

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van Peter Schalk, SGP-fractievoorzitter in de Eerste Kamer.

Een sterke samenleving maken we samen

Wie deelt, kan vermenigvuldigen. Omdat we „geloven dat we in de maatschappij aan elkaar gegeven zijn. Omdat we „hopen dat diegenen die het niet gemakkelijk hebben iets van „liefde bespeuren, door alle formaliteiten heen.

Met geloof, hoop en liefde kom je in de politiek niet zo ver. „Geloven doe je maar in de kerk.” „Hopen is een luchtballon.” „Liefde is te koop.” Zo gaat dat.

Toch… aan het begin van een politieke loopbaan is er de beëdiging, „mogen” politici de eed afleggen. Dat betekent een smeekbede: „Zo waarlijk helpe mij God almachtig.” Wie dat doet, beseft dat hij of zij een instrument is om Gods plan met de wereld uit te voeren. Ook is het mooi dat mensen je toevertrouwen dat je het woord voert namens hen.

Democratie is een ernstige zaak, van twee kanten. Psalm 72 is mede zo mooi omdat aan het eind van dit gebed voor Salomo staat: „Hier eindigen de gebeden van David.” Dus een gebed ván iemand vóór iemand. Dat legt de verantwoordelijkheid bij twee partijen.

Geen aparte groep

Recht doen aan de zwakken, redding bieden aan de armen, maar de onderdrukker neerslaan. Zo wordt in Psalm 72 de taak van koning Salomo verwoord.

In deze tijd gebruiken we die woorden daar niet meer voor. Het zal u echter niet vreemd in de oren klinken als ik beweer dat democratie er is voor iedereen en niet alleen maar voor mensen die van Nederlandse afkomst zijn. Dan doe je immers geen recht. Het zal u ook niet vreemd in de oren klinken als ik opmerk: Veroordeel anderen niet omdat ze anders zijn. We laten het toch niet gebeuren dat mensen zo maar in elkaar geslagen worden?

En het zal u ook niet bevreemden als ik zeg: Help ouderen, zodat ze met wat hulp nog langer mogen zijn wie ze altijd waren. Te vaak worden ouderen weggezet als een aparte groep, waar allerlei problemen aan gekoppeld worden. Veel senioren zijn echter zeer vitaal en bij de tijd.

Ouderen bestaan niet als aparte groep. Zij zijn, heel gewoon, een extra te respecteren onderdeel van de samenleving. Mensen met een mening, mensen die onmisbaar zijn om wat ze doorgeven, mensen die de geschiedenis kennen waar wij vandaan komen.

Ondertussen verandert de maatschappij zo snel, dat het voor veel ouderen moeilijk wordt om alles digitaal te volgen. Die vele veranderingen leiden soms tot eenzaamheid, en niet alleen onder ouderen. Dit vraagt van politici morele keuzes.

Welvaart en welzijn

Op alle problemen en uitdagingen een pasklaar antwoord vinden, zal niet lukken. Wel biedt een christendemocratische visie op de samenleving voor mij houvast. Die houdt een gezamenlijke verantwoordelijkheid in: ik ben er niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de ander.

Een sterke samenleving maken we samen. Mensen zijn met elkaar tot veel in staat. In een maatschappij waarin we op elkaar betrokken zijn, nemen we samen initiatieven om problemen aan te pakken. Voor de ander, de buurt of het milieu. De overheid hoeft niet alles te doen, maar moet dienstbaar en betrouwbaar zijn en ruimte bieden aan die initiatieven. Zo’n vitale samenleving vraagt van iedereen om een bewuste bijdrage te leveren.

Ik wil bijdragen aan de welvaart en het welzijn van alle Nederlanders. Door de vele werkbezoeken pak ik signalen uit de samenleving op. Die toetsen we en vertalen we naar de politieke agenda.

Nederland is een televisiedemocratie geworden, om van de social media nog maar te zwijgen. Toch proberen we ook via die media te laten zien dat waarden voor ons belangrijk zijn. De straattaal mag geen norm worden. Een eerlijke, onafhankelijke handhaving van wetten en regels is nodig voor het functioneren van de samenleving. Het gaat om rechtvaardigheid, eerlijkheid en gelijkheid.

Vrijwilligers

Naast veel eenzaamheid is er ook veel zorgzaamheid. Mensen worden gemiddeld veel ouder dan dertig jaar geleden. De generatie die we voorheen met 65 jaar oud vonden, zorgt nu voor ouders en (klein)kinderen en/of werkt nog. Het is goed dat de overheid die vele mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunt. Zonder hen zag Nederland er anders uit. Ook veel musea, koren, kerkbesturen en voedselbanken draaien op vrijwilligers.

Kost het wat om vrijwilliger of mantelzorger te zijn? Jawel, maar wie deelt, kan vermenigvuldigen! Omdat we „geloven” dat we aan elkaar gegeven zijn, en „hopen” dat diegenen die het niet gemakkelijk hebben iets van „liefde” bespeuren, door alle formaliteiten heen. Op hoop van zegen!

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van Lenny Geluk-Poortvliet, Tweede Kamerlid voor het CDA.

Ons land snakt naar een vader

Het autoriteitsprobleem in de Lage Landen is een chronisch wantrouwen in autoriteiten geworden. Dat kan zomaar omslaan in een ziekelijk verlangen naar een sterke leider, een soort koning, een vader. Dat gebeurt ook in Nederland.

Het advies van Prediker is helder: gehoorzaam de koning (Prediker 8:2). Prediker geeft er een reden bij. Die koning is de baas; wat hij beveelt, gebeurt ook. Een iets eigentijdsere vertaling zou luiden: wees niet burgerlijk ongehoorzaam, maar houd je aan de regels, eerbiedig de wet en respecteer autoriteiten en instituten.

Het is een advies dat in onze Lage Landen niet bepaald in heel vruchtbare aarde is gevallen. Zeker sinds de jaren zestig hebben we in ons land geregeld last van een ziekelijk autoriteitsprobleem. Pim Fortuyn beschrijft in zijn boek over de ”Verweesde Samenleving” hoe zijn generatie in opstand kwam tegen vaders en wetten en er succesvol mee afrekende. Het was de opstand van een jonge generatie tegen elk vanzelfsprekend gezag van bestuurders, gezagdragers en politici. Het was een middelvinger richting iedereen die hun de wet voorschreef. Het was een autoriteitsprobleem dat ontaardde in een opstand tegen de koning zelf. In ons geval dan een koningin.

Het was een van de eerste schokkende maatschappelijke gebeurtenissen die ik meemaakte: de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980 in Amsterdam, met intense straatgevechten tussen krakers en politie. Onder het motto ”geen woning, geen kroning” gingen krakers de straat op en gooiden ze met alles wat los en vast zat richting de politie. Van gehoorzaamheid aan de koningin, aan gezagdragers in het blauw, aan burgemeesters was weinig sprake. Prediker had kunnen zeggen wat hij wilde, maar hier was geen redden meer aan.

Tragiek

Met de opstand tegen de vaders –zo beschrijft Fortuyn– gingen ook hun wetten aan de kant. In dezelfde beweging – zo zou ik eraan willen toevoegen – ging ook hun kerkelijke gemeenschap eraan, werd afscheid genomen van hun God. En de tragiek is, zo schrijft Fortuyn over zijn eigen generatie, dat we zelf nooit vaders zijn geworden en nooit meer nieuwe wetten hebben gemaakt. We leven daarom nu in een verweesde samenleving.

In onze tijd wordt er niet meer met stenen naar de politie gegooid, maar worden de koningen van onze tijd met tweets bestookt. Met Facebookberichten vol wantrouwen en cynisme. Ons ziekelijke autoriteitsprobleem is een chronisch wantrouwen in autoriteiten en instituten geworden. Voor een fors deel van onze bevolking is het helder dat elke koning, iedereen met een officiële positie, het op hen gemunt heeft. Doorrekeningen van planbureaus deugen niet en de rekenmeesters doen dat met opzet. Ze spelen onder een hoedje met politici die slechts uit zijn op macht en geld en daarom het gewone volk uitbuiten. De mainstreammedia hebben zich ook bij dit monsterverbond aangesloten door al deze feiten te verdoezelen. Het is een politiek-wetenschappelijk-journalistiek-elitair complex dat niets anders verdient dan ons diepste wantrouwen.

We zijn als de jongste, verloren zoon, die in het verhaal van Jezus zijn erfenis opeist en afscheid neemt. Alles beter dan gedwee gehoorzamen en geloven dat je vader het beste met je voor heeft. Alleen bleek het voor die jongste zoon in de wijde wereld alleen maar leuk zolang hij geld had. Toen hij de erfenis erdoorheen had gejaagd, eindigde hij bij de varkens, met honger in zijn maag en met heimwee naar huis.

Sterke leider

Daar zitten we dan. Bij de varkens. Zonder vader, zonder wetten. Zonder ook maar iemand die ons ziet, ons hoort, voor ons opkomt. Niemand die ons de weg naar huis kan wijzen. Als je zo op die plek zit, kun je ziek worden van heimwee. Het ziekelijke autoriteitsprobleem, het heimwee naar huis, kan zomaar omslaan in een ziekelijk verlangen naar een sterke leider, een soort koning, een vader. En je ziet het in deze wereld gebeuren. Feilbare mannen die zich voordoen als een vader die je een terugkeer naar huis beloven, de veiligheid van een sterke natie, de terugkeer van grootse tijden die er nooit zijn geweest. En onderdanen die snakken naar een vader die hen even aan de borst drukt.

Zelfs in onze Lage Landen zie je links en rechts politici die ons verlossing beloven, een herstel van tijden van weleer, een terugkeer naar het verloren paradijs. Met uiteraard het koningschap van die ene politicus als voorwaarde ervoor. Een cultuur die heeft afgerekend met zijn vaders en zijn wetten, een land dat zijn koningen eerst met stenen en later met tweets heeft verjaagd, snakt naar een vader. Maar zolang feilbare politici zich voordoen als verlossers en zolang veel mensen hen geloven, zullen we tot een verblijf bij de varkens veroordeeld blijven.

Genezing

Het enige wat ons kan verlossen, is genezing. We moeten genezen worden van ons ziekelijke autoriteitsprobleem. Als ons bestuur is wat het in de woorden van Abraham Lincoln is: „Of the people, by the people, for the people” (van het volk, door het volk, voor het volk), dan is het een heilzame instelling met gezaghebbers die we in vrijheid kunnen kiezen en op een gezonde manier kunnen gehoorzamen. Dan tellen we onze zegeningen met onze rechtsstaat, met ons aller gelijkheid voor onze wet, onze scheiding der machten, onze vrije en vreedzame verkiezingen. Dan realiseren we ons dat een goede samenleving begint met liefde voor mijn naaste. Dan hebben we een koning die je heel goed kunt gehoorzamen. Maar dan moeten we ook genezen worden van het ziekelijke verlangen naar een sterke leider, naar een aardse verlosser en vader. Onze overheid is geen vader en geen enkele politicus is een verlosser. Ik al helemaal niet.

Als we van dat ziekelijke verlangen genezen zijn, kan er een heilzaam verlangen komen naar een Koning die je wél kunt vertrouwen, die de rechtvaardigheid zelf is. Dan is er ruimte voor verlangen naar een Vader die je opwacht, hoe ver je ook bent weggelopen. Een Vader die, hoezeer je ook stinkt naar de varkens, je wel aan de borst drukt. Want dat vertelde Jezus. Hij is de Koning met de doornenkroon, de Koning die zijn leven gaf voor zijn onderdanen, en in Hem is nog nooit iemand teleurgesteld geraakt. Hij is een Koning met hoop voor een verweesde samenleving.

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van Gert-Jan Segers (CU).

Het kwetsbare midden verdient de volle aandacht

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van dr. Eppo Bruins (ChristenUnie).

Op de EHBO-cursus leerde ik dat je niet eerst de mensen moet helpen die kermen of klagen. De mensen die géén geluid maken, zijn er het slechtst aan toe.

Als politicus heb ik gemerkt dat dit ook geldt voor een gezond land: zij die nooit klagen, verdienen onze volle aandacht. Zij zijn vaak juist de mensen die ons land draaiende houden. Zowel om hun verdiencapaciteit (economie) als om hun inzet als vrijwilligers, als mantelzorgers of als ouders.

Zij worden door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) „het stabiele en kwetsbare midden” genoemd. Aan het vooruitgangsoptimisme rond deze groep is echter een eind gekomen. De WRR ziet drie bedreigingen: de afgenomen waarde van een middelbare opleiding, het verdwijnen van administratieve en dienstverlenende beroepen en de moeite om rond te komen van een modaal salaris.

Bezaleël

De afgenomen waarde van een middelbare opleiding is een van de grootste culturele problemen van onze tijd. Steeds meer jongeren willen per se een zogenaamd hogere opleiding. Maar het resultaat daarvan is dat veel mensen niet tastbaar meer bijdragen aan onze samenleving. We leiden wel heel veel managers, hoofden, coördinatoren en zogeheten ”young professionals” op, maar wie komt er van school en kan zeggen: „ik heb een vak geleerd”?

Het is veelbetekenend hoe de Bijbel naar vakmanschap kijkt. De eerste persoon in de Bijbel die vervuld werd met de Geest van God (”Ruach Elohim”) was Bezaleël. Hij was de oppervakman en leidde alle andere vakmannen op. Samen zouden ze de tabernakel bouwen, volgens de instructies die Mozes had gekregen.

Laten we daarom weer vakmensen opleiden, laten we hen waarderen en beseffen dat onze maatschappij draait dankzij slimme mensen die echt wat kunnen.

Rust

Terwijl in de afgelopen vijftien jaar opeenvolgende kabinetten oog hadden voor de ”bovenkant” of de ”onderkant” (of voor allebei), werden de middengroepen over het hoofd gezien. Het effect daarvan is dat sommige mensen met een net, modaal salaris minder overhouden dan iemand die in de bijstand zit. En dat de meeste kinderen die in armoede opgroeien dat doen in een gezin waar ten minste één ouder wel degelijk betaald werk verricht.

Zo zijn de middengroepen steeds kwetsbaarder geworden. Want de huizenprijzen zijn de pan uit gerezen, rondkomen van één salaris is niet meer mogelijk, er is geen keuzevrijheid meer bij het verdelen van zorg en werk, gezinnen trekken weg uit de stad, vaste contracten worden schaars, de pensioenopbouw is onzeker, de energierekening valt tegen en de zorg wordt duurder. En dan lees je ook nog al die dwingende berichten in de krant over warmtepompen en stekkerauto’s.

Als koning Salomo voor het volk bidt (1 Koningen 8), eindigt hij met een zegen: „Geloofd zij de HEERE, Die Zijn volk Israël rust gegeven heeft.” Het volk heeft rust nodig. Dit doet me denken aan wat Jezus zei: „Kom tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven” (Mattheüs 11:28).

Ik denk dat veel mensen in het spitsuur van het leven vermoeid en belast zijn en rust nodig hebben. De meest kwetsbaren in onze maatschappij hoor je niet klagen, maar ze hebben wel behoefte aan rust, stabiliteit en zekerheid.

Zachtmoedigheid

Er is een partijleider in de Tweede Kamer die wedergeboorte (Renaissance) als thema heeft gekozen. Hij wijst terug naar de Griekse mythologie, de Verlichting, de hoogcultuur van voorbije eeuwen. Hij vertelt groots en meeslepend hoe mooi ons land ooit was en hoe slecht we het nu hebben. Hij verkondigt een wedergeboorte van ons land, onze cultuur, onze identiteit.

Het thema wedergeboorte en de behoefte aan rust en zekerheid laten bij mij heel andere bellen rinkelen. Jezus zegt: „Neem mijn juk op je en leer van Mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en je zult rust vinden voor je ziel, want mijn juk is zacht en mijn last is licht” (Mattheüs 11:29-30). Jezus richt zich juist tot mensen die moe zijn en die een flinke last op de schouders hebben te dragen. We zien aan Hem dat nieuwe hoop geven, gebeurt vanuit een houding van zachtmoedigheid en nederigheid. Daar ligt het begin van een antwoord voor iedere christen-politicus.

Ik wil opkomen voor de mensen die dit land dragen. Het kwetsbare midden. Dat lukt niet door te beweren dat oude tijden zullen herleven. Hoopvolle politiek kijkt niet achterom, maar wijst vooruit, is realistisch en rechtvaardig. Daarin wil ik, wankelend en tastend, blijmoedig en bevreesd, proberen het goede te doen, juist voor deze mensen.

Wie getrouw is in deze wereld heeft geweldig perspectief

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van Chris Stoffer (SGP).

Bent u wel eens op vakantie geweest? Vast wel. Wat voor herinneringen heeft u daaraan? Prachtig weer. Gezelligheid met de familie. Mooie plaatsjes. Wandelen in de bergen. Een lange reis… Ik hoop voor u dat het positieve herinneringen zijn en dat u wellicht ook inspiratie kreeg voor de periode na de vakantie.

Ik of, beter gezegd, wij zijn afgelopen zomer ook op vakantie geweest. Naar Zuid-Europa. Een vakantie met heel goede herinneringen. Prachtig weer. Mooie historische plaatsjes. Een bezoek aan Barcelona, met zijn prachtige Gaudi-architectuur. Maar ook een antwoord op een latente vraag. En daarin neem ik u graag mee.

Rustmomenten

Het is een jaar geleden dat er een app-bericht van Kees van der Staaij bij mij binnenkwam: „Kan ik je vertrouwelijk bellen.” De inhoud en het resultaat zijn inmiddels voldoende bekend. Daar hoef ik niet meer op in te gaan.

Inmiddels mag ik bijna een jaar lid zijn van de Tweede Kamer. Een plaats die door sommigen benijd wordt. Anderen snappen niet dat je het wilt doen. Weer anderen denken daar vast nog anders over.

Hoe dan ook. Ik zit er. En laat ik u uit de droom helpen, voor het geval u mocht denken dat het een leuk erebaantje is. Je moet er ook gewoon werken en proberen je talenten zo goed mogelijk te benutten. En net als in iedere andere baan gaat dat de ene keer beter dan de andere keer.

U kent vast de uitdrukking ”het is hollen of stilstaan”. Nu is het in het parlementaire werk vaak hollen. Daar hoef je niet je best voor te doen. Af en toe stilstaan, dat is de kunst. Daar hebben we als SGP’ers uiteraard de zondag voor. Gelukkig wel.

Maar er zijn ook recessen. In die perioden is het toch niet moeilijk om te blijven hollen. Werkbezoeken, campagnes, telefoontjes, nieuwsberichten, social media, enzovoorts. Die kunnen je dagen blijven vullen. Het is de uitdaging om dan rustmomenten te creëren. Inmiddels ben ik daarin al gevorderd. Zo ook afgelopen zomer, toen we met ons gezin tweeënhalve week in het zuiden van Europa waren.

Pracht en praal

In Spanje was er tot onze verrassing een Nederlandstalige kerkdienst op een paar kilometer afstand van ons appartement. De bij sommigen vast wel bekende predikant-zendeling Coster van de Spaanse Evangelische Zending ging voor.

Iets over de omstandigheden: We kwamen aan op een grote, drukke, warme camping. Het was 38 graden. Na een stukje wandelen vonden we de kerk. De ‘muren’ van de kerk bestonden uit een coniferenhaag. Daarin was een soort prieel van steen, waar de predikant kon staan. Het dak was de open lucht. Gelukkig waren er enkele bomen die zorgden voor schaduw. Tussen de hagen stonden klapstoeltjes. Alleen al de entourage was er een die ik niet snel zal vergeten.

Het was de laatste dienst in een reeks over de vraag: ”Wat is een goede koning?” In deze dienst werden de diverse koningen nog eens langsgelopen. Ik zal hen niet allemaal noemen. Wat mij onder andere opviel, was dat koning Salomo, die zo geroemd wordt om zijn rijkdom en zijn wijsheid, aan het einde van zijn koningschap toch ook mindere kanten had.

Salomo’s pracht en praal werd opgebracht door hoge belastingen voor het volk. Ligt daarin geen parallel met wat we nu zien in Nederland en Europa? Er worden prachtige dingen gebouwd. Er wordt veel geïnvesteerd in prestigeprojecten. En hoe zit dat met de miljarden voor het klimaat? Gelukkig leven we in een democratie en kan ons volk zijn stem eens in de zoveel jaren laten horen.

Terug naar de vraag: ”Wat is een goede koning?” De preek ging over koning Achab. Het was wel helder: Achab was niet zo’n goede koning. Dat uitte zich niet in de laatste plaats in het begeren van de wijngaard van Naboth.

Maar wie was dan wel een goede koning? In de preek werd deze vraag verrassend beantwoord: „Naboth”. Maar dat was toch helemaal geen koning? Dat klopt. Toch was Naboth gesteld over het erfgoed van zijn vaderen, de wijngaard van zijn voorgeslacht. Daar mocht Naboth voor blijven staan. Ook al kon hij deze inruilen voor veel meer rijkdom. Hij was getrouw over datgene waarover hij gesteld was. Hij heeft het moeten betalen met zijn leven.

Erfgoed

Het was een antwoord op de vraag die bij mij latent aanwezig was: wat doe je als politicus van een kleine partij in Den Haag? Nou, heel simpel. Net als Naboth getrouw zijn over datgene waarover je gesteld bent.

Een goede les voor mij en hopelijk ook voor u. God heeft ook ons een erfgoed gegeven. Iets wat al vele geslachten oud is: Zijn Woord. Aan ons de opdracht om te leven naar dat Woord. Dat kunnen en willen we niet in eigen kracht. Dat kan alleen door Jezus’ kracht.

We mogen het in de lijdensweken extra inleven wat de prijs was voor onze Koning, Koning Jezus. Hij heeft betaald met Zijn leven. Hij heeft onze schuld gedragen en volkomen betaald voor onze zonden. Zijn wij, bent u bereid om daarvoor te blijven staan? Zijn wij getrouw als burgers en christenpolitici in deze wereld? De prijs voor u en voor mij kan hoog zijn. Het perspectief is echter geweldig. Koning Jezus zegt immers Zelf: „Wie Mij belijdt voor de mensen, die zal Ik belijden voor Mijn Vader!”

De auteur is Tweede Kamerlid voor de SGP.

Onrecht lijden geen reden tot overheid ongehoorzaam zijn

In de Waalse kerk in Den Haag wordt elke maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van Jaco Geurts (CDA).

Op woensdag 13 februari hield Urk de jaarlijkse biddag. De data waarop de Urkers hun bid- en dankdagen houden, wijken af van wat landelijk gebruikelijk is. De aanleiding stamt nog van heel vroeger. Toen er alleen maar zeilschepen waren, kwamen de vissers met de kerstdagen thuis en dan bleven ze zo’n zes weken aan wal. Ongeveer midden februari begon het vangstseizoen weer.

Voor de Urkers was de biddag een extra spannende dag. In Straatsburg werd vergaderd over de toekomst van de pulskorvisserij. Een techniek die alles heeft: energiebesparing door minder brandstofverbruik en minder ongewenste bijvangst; bovendien is de methode beter voor de ecologie.

De uitkomst heeft u vast meegekregen: er is een verbod gekomen. En dit gaat wat mij betreft alle verstand te boven. In ieder geval moeten tientallen Urker vissers stoppen met het pulskorvissen.

Gewetensvragen

In de Volkskrant las ik dat een Urker visserman vorige week aan visserijminister Schouten vroeg: „Wat moet ik doen?” De visserman zei: „God verbiedt alle misbruik en verspilling van zijn gaven.” En toen bladerde hij door naar Romeinen 13, waar wordt opgeroepen tot onderwerping aan de overheid. De visserman vervolgde richting de minister: „Als ik stop met het duurzame pulskorvissen, ga ik in tegen Gods Woord. Als ik doorga, onderwerp ik me niet aan de overheid. Dat zijn mijn gewetensvragen.”

Hoe en wat de minister heeft geantwoord, weet ik niet. Ik moest aan deze visserman en zijn duidelijke worsteling denken toen ik me voorbereidde op mijn bijdrage aan de residentiepauzedienst. Ik herken die worsteling van de Urker visserman persoonlijk.

Over de inhoud van Romeinen 13 heb ik veel nagedacht. Dit naar aanleiding van een besluit van de toenmalige regering in 2001. De regering besloot toen over te gaan tot ruiming van vele dieren, door de veeziekte mond-en-klauwzeer (MKZ) die ons land toen teisterde.

Samen met mijn gezin woonde ik destijds in Kootwijkerbroek. En ook de varkens waar wij voor zorgden, moesten worden gedood wegens de vermeende MKZ. Het gezag van de overheid erkennen, terwijl je ervan overtuigd bent dat je varkens gezond zijn en ruiming niet nodig is, is voor mij erg moeilijk geweest. Romeinen 13 zegt ons heel duidelijk dat we het gezag van de overheid moeten erkennen. Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich tegen een instelling van God.

Dat is voor ons als mensen die leven in de 21e eeuw moeilijk te accepteren. Wij zijn het er diep in ons hart niet mee eens. Wij mensen moeten eerst de redelijkheid van iets inzien, willen we gehoorzamen.

De visserman refereerde er ook aan dat God alle misbruik en verspilling van gaven verbiedt. De Heidelbergse Catechismus (antwoord 110) spreekt inderdaad daarover.

Als christendemocraat moet ik dan ook denken aan onze omgang met Gods schepping. Rentmeesterschap heeft in zich dat we moeten streven naar beperking van ons energiegebruik. Het gebruik van pulskorvissen is daar een goed voorbeeld van.

Onrecht

Tegen de visserman en een ieder die worstelt met het gehoorzaam zijn aan de overheid mag ik zeggen: een christen kent geen recht van revolutie. Een christen kan in een toestand komen dat hij aan de overheid gehoorzaamheid moet weigeren. Maar alleen als die overheid hem noodzaakt om onrecht te doen. Nooit als een christen zelf onrecht moet lijden!

We belijden graag dat we afhankelijk van God zijn. Als u mij opzoekt op de website van de Tweede Kamer, ziet u al snel een koptitel waar staat: „Alles in afhankelijkheid van Hem”. Het kwam daar te staan toen ik aantrad als Kamerlid en mij gevraagd werd wat voor slogan mijn Kamerwerk zou moeten krijgen. Ik weet dat ik afhankelijk ben van Hem, de Heere, in mijn werk en leven. Maar sta ik, staan wij, er genoeg bij stil? We zijn met veel bezig, we doen van alles. Maar is de Heere erbij aanwezig?

Of beter gezegd: betrekken wij de Heere erbij? Wij kleine mensen leven van Gods genade. In Psalm 89 zingen we: „Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort!”

Ik wil eindigen met een gedeelte van een lied dat dichteres Jacqueline van der Waals ons heeft nagelaten.

Wat de toekomst brengen moge,
mij geleidt des Heeren hand.
Moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land.

De auteur is lid van de Tweede Kamer voor het CDA.

Wie wil regeren bij gratie van mensen heeft slecht fundament

Wie de strijd om de troon van David, beschreven in 1 Koningen 1, nauwkeurig leest, zal beamen dat het uiteindelijk gaat om het verschil tussen menselijk wikken en Goddelijk beschikken. Of om het onderscheid tussen regeren bij de gratie Gods of regeren bij de gratie van mensen.

Adonia, een knappe zoon van Haggith, wilde regeren bij de gratie van mensen. Uit niets blijkt dat hij rekening hield met God. Op buitengewoon listige wijze wist hij de gunst van het volk te krijgen. Hij was charmant, presenteerde zich al langere tijd als de beoogde en gewenste troonopvolger van zijn vader. Hij liet zich rijden in een chique wagen en liet vijftig fraai uitgedoste mannen voor zich uit lopen.

Daarbij kwam het goed uit dat David zich in het openbaar nog niet had uitgesproken over de troonopvolging en zelfs niet ingreep toen Adonia zich steeds meer als de beoogde kroonprins presenteerde (vers 6). En twee zeer belangrijke personen uit de kring van David, de generaal Joab en de priester Abjathar, kwamen aan zijn kant staan omdat ze teleurgesteld waren over hun posities. Jong talent had hen ingehaald… Tussen haakjes: hier zie je het gevaar als mensen te lang op hun post blijven zitten en tegen (bijna) elke prijs hun posities willen blijven innemen.

Nu nog een groot feest met een gepast uitnodigingsbeleid, waarbij familie en andere invloedrijke mensen aanwezig waren. Niet uitgenodigd (uiteraard) waren (half-)broer en rivaal Salomo, de priester Zadok, de generaal Benája en de profeet Nathan.

Voltreffer

Maar Gods raad zal bestaan. Het is de inmiddels oude profeet Nathan die ooit zo trouw aan God en de koning was, dat hij koning David eerlijk de waarheid, het oordeel, durfde aan te zeggen. Deze trouwe knecht wordt als een pion door Gods hand naar voren geschoven. Zijn tactisch inzicht blijkt wel als we luisteren naar zijn plan. Eerlijk houdt hij Bathseba voor: als Adonia koning wordt, zullen jij en je zoon Salomo sterven. De oude koning, die het allemaal ‘laat gebeuren’ en de scherpte van vroeger mist, moet worden gewezen op de door hem gedane belofte ten aanzien van Salomo en op de gebeurtenissen die nu plaatsvinden, die haaks hierop staan. De invloedrijke Bathseba zou eerst naar David gaan en hem zo aanspreken. Vervolgens zou Nathan zich aandienen en haar ‘verhaal’ bevestigen. Zo zou David als het ware worden gedwongen kleur te bekennen.

Zo is het gegaan. Wie goed luister naar de argumenten van Bathseba hoort dat ze Davids woord verbindt met de HEERE: „Mijn heer, gij hebt uw dienstmaagd bij de HEERE uw God gezworen: Voorzeker, Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten” (vers 17). Die eed kan noch wil David, de man naar Gods hart, ongedaan maken. Het blijkt een voltreffer te zijn. De Geest Gods gebruikt het ingezette middel. Plechtig en trefzeker verklaart de koning: „Voorzeker, gelijk als ik u gezworen heb bij de HEERE, de God Israëls, zeggende: Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal op mijn troon in mijn plaats zitten.” Vandaag nog: „voorzeker, alzo zal ik te dezen zelven dage doen” (vers 30). Salomo wordt gezalfd tot koning. Bij de gratie Gods!

Gewaarborgd

Als Adonia dit hoort, zien we wat er gebeurt als men bij de gratie van mensen koning wil worden. Als hazen gaan zijn gasten ervandoor. We lezen: „Toen verschrikten en stonden op al de genoden die bij Adonia waren, en gingen een iegelijk zijns weegs” (vers 49).

Adonia doet alsof hij het koningschap van zijn halfbroer volledig erkent. Tegen Bathseba zegt hij later, als hij haar wil laten bemiddelen om met Abisag, een meisje uit de harem van David, te mogen trouwen: „Want het is van de HEERE hem geworden” (1 Kon. 2:15b). Bathseba is er nog van onder de indruk, maar Salomo doorziet hem volledig (1 Kon. 2:22) en dat kost Adonia zijn leven.

Wie wil regeren bij de gratie van mensen, heeft een slecht fundament. Dan ben je afhankelijk van de gunst van mensen. En die kan per dag verschillen…

Regeren bij de gratie Gods is echter een ”vaste zaak”. Wel een aangevochten zaak, hield ds. E. F. Vergunst op 30 april 1980 (tijdens de troonsbestijging door koningin Beatrix) de vele aanwezigen in de Rotterdamse Laurenskerk voor. „Maar”, zo vervolgde hij, „het is tegelijk een gewaarborgde zaak. Want Christus, de Koning met de doornenkroon, heeft uiteindelijk de strijd gestreden. Salomo heeft gefaald. Zijn regering is uiteindelijk niet meer geweest dan een gebroken voorbeeld. Maar de Messiaanse bedoeling is vervuld in Hem die gezegd heeft: meer dan Salomo is hier.”

Vredevorst

Het rijk van Salomo was groter dan dat van David. Maar het rijk van Christus is groter dan dat van Salomo. Wie straks dit koninkrijk in zijn volle heerlijkheid mag zien, zal het uitroepen: „De helft is mij niet aangezegd.” Het rijk van Salomo was gebouwd op het vele bloed dat zijn vader had moeten vergieten. Het bloed van tegenstanders. Het rijk van de meerdere Salomo is gegrondvest op Zijn eigen bloed. Dat spreekt van verzoening, van vrede met God. Tegenstanders van Salomo’s rijk, onder wie Joab en Adonia, moesten wijken, sterven zelfs. Zo zal het ook zijn met tegenstanders van de Vredevorst. Eenmaal zal hij het tegen Zijn tegenstanders zeggen: „Gij hebt niet gewild dat Ik koning over u zou zijn.” Daarom roepen Zijn herauten ons toe: „Kus de Zoon opdat Hij niet toorne.”

De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente van Woerden. Hij sprak over ”Het verschil: bij de gratie Gods of bij de gratie van mensen” tijdens de residentiepauzedienst in de Waalse kerk in Den Haag op 15 januari.