Hoop voor Israël

De heilsstaat wordt in deze wereld niet bereikt. Wel hebben wij de Bijbelse opdracht om het goede te doen en om recht te doen. Samen moeten we onze verantwoordelijkheid voor een gebroken wereld nemen. Als woordvoerder buitenlandse zaken in de Tweede Kamer bid ik om wijsheid. Waarom? Omdat de uitdagingen die op ons afkomen immens zijn. Ze zijn ook voorspeld: oorlogen, geruchten van oorlogen, het ene volk staat op tegen het andere, hongersnoden, besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Wie niet beter weet, zou denken dat dit gaat om een uitzending van het journaal en niet om een tekst uit Mattheüs 24.

Onze tijd kenmerkt zich door een toenemende onzekerheid. Oorlog is terug op het Europese continent en ruim een week geleden zagen we de verschrikkelijke terreur van Hamas tegen onschuldige Israëlische burgers. Maar hoe gruwelijk deze ellende ook is, ze gaat nog slechts om voetnoten in de geschiedenis die nog geschreven gaat worden. Want er is nog meer aan de hand. De machtsverhoudingen in de wereld zijn aan het schuiven. In een toenemend aantal landen spelen mensenrechten nog slechts een bijrol. Van de wereldbevolking leeft 72 procent (5,7 miljard mensen) onder een autoritair bewind. Dit percentage neemt de komende jaren toe.

Ook onze westerse democratieën staan onder druk. Misschien niet zo zichtbaar als de oorlog in Oekraïne, de christenvervolging in Noord-Korea of de terreur in Israël. Veel subtieler maar op termijn niet minder gevaarlijk. Het grote gevaar dat ons bedreigt is onverschilligheid. Het ziekelijke idee dat het hele universum om onze grote ”ik” draait. „Ben ik mijns broeders hoeder?” De woorden die Kaïn ooit sprak, zijn helaas gemeengoed in onze samenleving. Daarin geniet het grote ik de voorkeur boven het gemeenschappelijke wij.

Goed of fout?

Ook de complexiteit van de uitdagingen neemt enorm toe. Bij talloze kwesties is het niet altijd meteen duidelijk wat zwart is en wat wit is, wat goed is en wat fout is. Er zijn talloze kwesties waarover je soms een salomonsoordeel moet vellen.

Een dilemma is bijvoorbeeld het simpele feit dat ik mijn tijd maar één keer kan gebruiken. En is het dan wel fair dat ik zoveel spreektijd besteed aan Oekraïne, en nu aan Israël, terwijl er nauwelijks aandacht is voor het leed in Afrika? Dat is eigenlijk altijd zo geweest. In de jaren 90 had Europa veel aandacht voor Joegoslavië, waar ongeveer 120.000 mensen omkwamen, of voor de Golfoorlog, waarin 100.000 slachtoffers te betreuren waren. Er was echter nauwelijks oog voor de slachtingen in West- en Midden-Afrika, waarbij meer dan 5 miljoen Afrikanen omkwamen.

Het dilemma van vandaag is dat het erop lijkt dat je niet én Israël kunt steunen in zijn strijd tegen terreur én aandacht mag vragen voor het leed van de vele onschuldige Palestijnen. Waarom mogen we in deze gepolariseerde tijd niet huilen om zowel dat ontvoerde Joodse jongetje als dat kleine Palestijnse peutertje dat in een ziekenhuis verblijft?

Afghanistan

Nog een dilemma. Sinds in Afghanistan de taliban weer aan de macht zijn, bevindt het land zich in een isolement. We willen niets met de taliban te maken hebben vanwege de walgelijke manier waarop ze met hun bevolking omgaan. Maar laten we daarmee de Afghaanse bevolking, die onlangs nog geteisterd werd door bomaanslagen en aardbevingen, aan hun lot over?

Kiezen we bij deze dilemma’s een principiële, harde koers of een pragmatische, empathische koers? Een principiële lijn is vaak duidelijker en je houdt schone handen. Wel blijf je langs de lijn staan: omdat je niets te maken wilt hebben met de taliban negeer je de Afghaanse bevolking.

Of kies je voor pragmatisch handelen? Je zoekt dan contact met de taliban om uiteindelijk het leven van de Afghaanse bevolking te verbeteren. Maar geef je de taliban dan niet de legitimiteit die je hun eigenlijk wilt onthouden?

Obadja

Moeten kiezen tussen een principiële en een pragmatische koers vraagt om wijsheid. Natuurlijk is er het werk van mijn voorgangers om op te steunen en is er een verkiezingsprogramma om uit te putten. En het helpt dat we als CDA diepe wortels in onze geschiedenis hebben. Die gaan terug tot Abraham Kuyper, ruim honderd jaar geleden. Maar er gaat niets boven onze christendemocratische ideologie, die geïnspireerd is door het meer dan 2000 jaar oude Evangelie. In de Bijbel vind ik dan ook de wijsheid die ik nodig heb bij het vellen van een salomonsoordeel.

In de Bijbel vind ik vooral pleidooien voor de pragmatische lijn. Diende Obadja niet als stalmeester onder het meest goddeloze koningspaar in de Bijbel, namelijk Achab en Izebel? Door zijn positie aan het hof kon hij honderd profeten verborgen houden en van eten en drinken voorzien, toen koningin Izebel hen wilde vermoorden. Gebruikte Paulus op zijn zendingsreizen niet meermalen zijn Romeinse geboorterecht? Of, om de Atheense bevolking tot bekering te brengen, zelfs het afgodsbeeld van de ”onbekende god”? Jozef en Daniël vervulden een hoge functie in een wereldrijk dat vaak vijandig stond tegenover Gods volk. God gebruikte deze pragmatische leiders om zijn volk te bewaren en te beschermen.

Bijbelse diplomatie

Ook als je voor pragmatische politiek kiest, kunnen oorlogen, hongersnoden, de terreur in Israël en het leed van onschuldige Palestijnen leiden tot een sombere conclusie: de aarde en de schepping zijn verloren.

Toch ben ik hoopvol. Mijn vrouw en ik verwachten een babydochter. Ik heb de hoop dat er met haar nieuwe generaties opstaan die de wereld ten goede willen veranderen. Ik ben hoopvol omdat ik geloof dat ik de wereld niet hoef te dragen maar dat de wereld wel gedragen wórdt. En omdat God mensen wil gebruiken om de omstandigheden, hoe kleinschalig misschien ook, te veranderen te verbeteren. In de Bijbel zijn buitenlandse politiek en diplomatie aan de orde van de dag. Jozef bouwt graanschuren, niet alleen voor Egypte maar ook om zijn familie te voeden. Salomo maakt van zijn diplomatieke contacten gebruik om hout voor de tempel te krijgen. Esther pleit namens haar volk bij de Perzische koning. Daniël is binnen een Babylonisch regime van grote betekenis. Er zijn nog vele andere voorbeelden te noemen.

Dat leidt tot een duidelijke opdracht voor mij. De heilsstaat wordt in deze wereld niet bereikt, maar wij hebben wel de opdracht om het goede te doen en om recht te doen. Samen dienen we onze verantwoordelijkheid voor een gebroken wereld te nemen. Verantwoordelijkheid is het antwoord op onverschilligheid. De wereld is nog geen rechtszaal. Het is een hoopvolle gedachte dat ze eens wel rechtszaal zal zijn waarin ”recht en gerechtigheid” gedaan wordt.

Op de knieën

Toen Salomo net koning was, verscheen God hem in een droom. „Vraag wat je wilt”, zei God, „ik zal het je geven.” „Schenk uw dienaar een opmerkzame geest, zodat ik uw volk kan besturen en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad”, was zijn antwoord. God zei: „Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken dat je iedereen voor jou en na jou overtreft.” Wie wijsheid wil ontvangen, moet weten wie wijsheid geeft. Koningen, vorsten en volksvertegenwoordigers moeten op hun knieën. „God geeft het zijn beminde in de slaap” (Psalm 127:2).

Derk Boswijk is lid van de Tweede Kamer voor het CDA. Dit artikel is een verkorte weergave van de toespraak die hij op 16 oktober hield tijdens de residentiepauzedienst in de Waalse Kerk in Den Haag.