“Kleine kracht” genoeg voor christen in samenleving

In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een Haagse predikant spreekt daarin een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een korte toespraak houdt. Deze toespraak is van mr. A. Rouvoet (ChristenUnie).

Bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer werd de partij waarvan ik als lijsttrekker optrad gezegend met een verdubbeling van het aantal zetels. Dat was heel anders bij de verkiezingen drie jaar eerder. Toen verloren wij, voor de tweede keer op rij, een zetel.

Het staat me nog levendig voor de geest hoe wij op de avond van die teleurstellende verkiezingsuitslag in 2003 stilstonden bij de tekst uit Openbaring die ook het thema is voor deze dienst: “Gij hebt kleine kracht, maar gij hebt Mijn woord bewaard en Mijn naam niet verloochend.” We wisten op dat moment niet welke mogelijkheden zich nog voor het bedrijven van christelijke politiek in een geseculariseerd land zouden openen. Wel deelden we met elkaar het besef dat wij niet in de eerste plaats geroepen zijn tot succes, maar tot gehoorzaamheid en tot trouw in de dienst aan Hem. En we spraken het vertrouwen uit dat Hij beter dan wijzelf weten wat mensen nodig hebben om hun werk in de wijngaard te kunnen doen.

We zijn nu vijf jaar verder. De situatie is op het eerste gezicht ingrijpend veranderd. Voor het eerst in de parlementaire geschiedenis neemt een van de kleine Bijbelgetrouwe partijen deel aan de regering van dit land. Na anderhalf jaar beschouw ik dat nog altijd als een reden voor verwondering en dankbaarheid. In politiek opzicht is het inderdaad een ingrijpende verandering in positie om van de oppositiebankjes op het regeringspluche te belanden. Toch is er bij mij van meet af aan ook het besef geweest: christenen mogen politiek-maatschappelijk verrassend zijn opgeschoven van de marge naar de macht, geestelijk en cultureel blijven hun overtuigingen onder druk staan.

De mogelijkheden om het geestelijk klimaat van een land van overheidswege te beïnvloeden zijn beperkt in een democratische rechtsstaat. Voor een christenpoliticus die zijn wortels in het calvinisme heeft, is het een zaak van principiële overtuiging om de staatsmacht aan te wenden voor bescherming van de geestelijke vrijheid, niet voor de beperking ervan. Toch is er alle reden om ook in een postchristelijke samenleving vrijmoedig bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen. Goed bestuur, dat het recht handhaaft en de gerechtigheid wil bevorderen, heeft immers een heilzame invloed op het welzijn van land en volk.

Stand houden

Dat vraagt om standvastigheid, en om de bereidheid leiderschap te tonen. Denk aan het Bijbelse voorbeeld van Gideon, die zijn opdracht met een steeds kleiner wordend groepje mensen moest uitvoeren. Als men inderdaad trouw aan Gods woord en aan zijn Naam is, zal dit nooit tevergeefs zijn. Het gaat in het leven en óók in de christelijke politiek niet om wat wij aan kracht opbrengen, niet om het aantal mensen dat wij voor de goede zaak weten te mobiliseren. Het gaat erom of we geloven dat God door ons en ondanks onze zwakheden wil werken.

Dat is echter geenszins een aansporing om zich maatschappelijk te isoleren, of om zich niet in te spannen om steun te zoeken voor een op de Bijbel gebaseerde overtuiging. Integendeel. Jezus zelf leerde immers dat wie in Hem geloven zout en licht zijn in de wereld.

Trouw zijn en standhouden betekenen niet: stilstaan, zich onttrekken aan het strijdgewoel. Het betekent, in de woorden van Paulus aan Timotheüs: de goede strijd strijden, en daarbij ten overstaan van God vlekkeloos en onberispelijk blijven. Het betekent soms dat een christen, net als Abraham, de roepstem van de Heer volgt door het vertrouwde achter zich te laten om op reis te gaan naar het onbekende. Daarvoor is vertrouwen nodig. Geen vertrouwen op eigen kracht of twijfelachtige verwachtingen, maar op de zekerheid van Gods beloften. Christus belooft aan de gemeente van Filadelfia “trouw te zijn aan wie Hem trouw zijn.” Met die belofte zal “kleine kracht” genoeg zijn voor ieder die verantwoordelijkheid neemt als christen in de samenleving.

De auteur is vicepremier en minister voor Jeugd en Gezin.