“Het is de voornaamste opgave voor een christen in de politiek om er géén christelijke politiek op na te houden.” Ik moet bekennen dat ik wel een beetje schrok toen ik voor het eerst aanliep tegen die uitspraak van de te veel verwaarloosde Amerikaanse theoloog Reinhold Niebuhr uit het midden van de vorige eeuw.
Dat christenen in de politiek zouden moeten afzien van christelijke politiek was niet alleen in strijd met alles wat ik van jongs af aan geleerd had. Maar het druiste ook in tegen mijn gevoel, tegen mijn geloof. Als gelovige, als christen was je toch geroepen om werk te maken van je geloof?
Maar geleidelijk ben ik de diepere waarde van Niebuhrs krasse uitspraak gaan inzien. Er wordt soms wel erg gemakkelijk een bepaald soort opvatting, beleidslijn of voorstel als “christelijk” of, nog erger, als “onchristelijk” bestempeld. Soms wordt er een wedstrijd van gemaakt: spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de meest christelijke partij van het land? Dat stoort me. Vooral omdat dat te hoog grijpt, hoger dan wij mensen kunnen reiken. Het wekt de suggestie dat aardse mensen het Koninkrijk der hemelen al op aarde kunnen laten beginnen.
Ik zeg niet dat de mens “onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad” is. Dat verkondigt ook de Heidelbergse Catechismus niet, zoals oplettende catechisanten al heel vroeg ontdekten. We zijn, Goddank, tot veel in staat – en tot nog meer geroepen. Christendom, christelijk geloof en christelijke traditie hebben veel te bieden, ook tot heil van de wereld. Maar onderdeel van die erfenis is bescheidenheid. Wordt onze kracht niet in zwakheid volbracht?
Van slag
Het thema voor deze residentiepauzedienst is: “Houd vast aan wat u hebt” (Openb. 2:25). Ik lees het als een oproep om door alle uiterlijkheden heen door te dringen tot de kern, tot waar het volgens de christelijke traditie werkelijk om gaat, altijd om ging en altijd om zal blijven gaan.
Nederland snakt naar zekerheid, naar houvast. Sinds de eeuwwisseling is ons land van slag. Misschien kun je wel zeggen dat we in onze eigen leegte zijn gestort. Wie zijn we? Waar staan we voor? Geschrokken, ontnuchterd grijpt het voormalige ‘gidsland’ terug op oude zekerheden. Zekerheid, dát heeft religie te bieden. Het is een houvast, een kompas, een inspiratiebron. Ook fungeert het als ankerplaats voor sociale samenhang. Hoe onderhoud je anders vi-tale waarden als menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid, naastenliefde en betrokkenheid? Anders dan via levensbeschouwing, via religie? Via het christendom?
Het christelijke denken is erfgenaam van grote, zelfs adembenemende perspectieven, een visie die na meer dan 2000 jaar nog steeds inspireert tot naastenliefde, tot gerechtigheid, tot bekommernis, tot inzet voor mens en wereld. Dat komt ook elders voor, gelukkig. Zowel links als rechts. Maar -en dat maakt het zo bijzonder- het is allesbehalve naïef. Het weet van de menselijke zwakheid, fouten, misslagen, van zonde en schuld, zoals het vroeger heette. En, bovenal, het weet van genade en verlossing. Dat hulp van Hogerhand gekomen is.
Realisme
Dat maakt ook politiek mogelijk en zinvol, maar voorkomt ook te hoge verwachtingen. Juist christenen weten dat politiek niet alles is. Dat denken is een pleidooi voor realisme. Christelijke politiek weet van de afstand tussen Binnenhof en Evangelie. Juist omdat het weet heeft van aardse beperkingen en hemelse perspectieven weet het de goede balans te bewaren tussen wat moet en wat kan.
Het zet kleine stappen, het waardeert het compromis, het investeert in samenhang, het overschat zich niet. Het zoekt naar onvolmaakte oplossingen voor onoplosbare problemen. Het staat met beide voeten in de klei. Vandaar dat het eerder vuile handen oplevert dan de witte klederen uit Openbaring. Daarom doen christenen in de politiek er goed aan van tijd tot tijd het beroemde gebed van Reinhold Niebuhr na te bidden: “Geef ons de rust om te aanvaarden wat we niet kunnen veranderen, de moed om te veranderen wat we kunnen veranderen, en de wijsheid om het onderscheid te kunnen maken.”
Tot Hij komt.
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor het CDA.