De Heere regeert! Dat is het hart van het theocratisch belijden, waarvan de Bijbel vol is.
Uit het Bijbelgedeelte waar we vandaag over nadenken -het gezicht van de hemelse troonzaal in Openbaring 4:1-5- spreken in het bijzonder Zijn ontzagwekkende, glorieuze majesteit en macht. Wat een luister, wat een pracht! Hij is dan ook de Koning der Koningen, de Heere der Heeren. Wie zou die hoogste Majesteit dan niet met eerbied prijzen?
Heeft de belijdenis van de Godsregering ook politieke gevolgen? Nou en of. Nee, niet in de zin dat aardse bestuurders het Koninkrijk van God moeten gaan realiseren op aarde. De geloofswetenschap dat God Zelf het bestuur in handen heeft, haalt juist alle kramp uit ons politiek optreden. Zijn wegen zijn hoger dan de onze.
Het verhaal gaat dat er ooit eens een ouderling was die met grote letters dwars over zijn stembiljet schreef: De Heere regeert! Het is een goed woord, maar niet op de goede plaats. Dat de Heere regeert, staat het deelnemen aan de democratie niet in de weg.
De belijdenis van de theocratie, de Godsregering spoort wel aan om binnen het democratisch bestel ernst te maken met een Bijbels genormeerd beleid. Om op te roepen God te dienen, en niet de afgoden van deze tijd. Om dienende politiek na te streven, die leeft vanuit de werkelijkheid dat God regeert. Overheden staan immers in dienst van God.
De Godsregering is levende werkelijkheid. De erkenning daarvan is dat bepaald niet. Het ongeloof in onze samenleving is een aangrijpende werkelijkheid. Maar dat kan de belijdenis dat God regeert niet uitwissen. De roeping om Hem te eren blijft staan. De heidense koning Belsazar werd veroordeeld omdat hij God niet had verheerlijkt!
In ons staatsbestel zijn nog flakkerende lampjes te vinden waarin die noties van de erkenning van de Godsregering uitdrukkelijk uitkomen. Denk bijvoorbeeld aan de wetten die worden uitgevaardigd door de koningin, bij de gratie Gods. Denk aan het aanroepen van Gods Naam in de ambtsgebeden en de eedsformule. Maar ook de strafbaarstelling van godslastering is daarvan een duidelijk voorbeeld.
Dragers van moraal
Er is alle reden om zuinig op deze symbolen te zijn. Daarom beschouw ik het als een verkeerde weg om islamitische eedsformules mogelijk te maken. Daarom ook gaat de voorgestelde afschaffing van de bepaling die godslastering strafbaar stelt mij zo aan het hart. Wetten zijn niet alleen instrumenten van beleid, maar ook dragers van recht en moraal.
De belijdenis dat God regeert is niet alleen iets voor het privédomein. Het is zaak dit staande te houden tegenover degenen die godsdienstige overtuigingen buiten de publieke sfeer willen houden. Het is onmogelijk onze diepste waarden en drijfveren buiten werking te verklaren. Dat geldt trouwens voor iedereen. Over huwelijk of echtscheiding bijvoorbeeld hebben niet alleen christenen, maar alle mensen hun in geloof of levensbeschouwing gefundeerde opvattingen. De belijdenis van de Godsregering is beslist geen ongeldige stem in het publieke en politieke debat.
De werkelijkheid van de Godsregering kan voor ons verborgen zijn. Het is ook een aangevochten belijdenis. Toch is het dit, waarvan ook het laatste Bijbelboek in aangrijpende schilderingen getuigt: Zijn Koninkrijk komt. Ook al zien we wereldwijd soms overheden als duivelse dienaren christenen vervolgen, deze bestrijders hebben niet het laatste woord. De overwinning is zeker bij Hem, Wie niets uit de hand loopt. Eens zullen zelfs de koningen der aarde hun heerlijkheid en eer inbrengen in het nieuwe Jeruzalem (Openb. 21:24). Hem, Die op de troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer en de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid (Openb. 5:13).
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de SGP.