Geen plaats voor trots op Nederland

Veel medeburgers worden bekoord door de politieke leus “Trots op Nederland”. Mevrouw Verdonk heeft onder deze vlag diverse knelpunten benoemd, maar helaas nog maar weinig oplossingen aangewezen. Ze appelleert aan een gevoel dat wij allemaal wel kennen.

Ik houd van mijn, van ons land. Dat heeft te maken met de wordingsgeschiedenis van Nederland. Dat heeft te maken met de prestaties die er in de loop der jaren zijn neergezet, binnen onze landsgrenzen en ver daarbuiten. Dat heeft te maken met de gastvrijheid voor verdrukte en vervolgde geloofsgenoten. Natuurlijk, er zijn ook donkere bladzijden, maar alles overziende zou ik niet weten met welk land ik zou willen ruilen. Maar trots op Nederland? Neen, daarvoor mankeert er nog veel te veel aan.

Het land waarin we wonen is een van de rijkste en welvarendste landen ter wereld. Het kent een uniek onderwijsbestel waarin ouders onderwijs kunnen verlangen voor hun kinderen overeenkomstig de godsdienstige overtuiging thuis en in de eigen kerk. Met Nederlandse hulp en euro’s wordt overal ter wereld nood gelenigd en de helpende hand geboden. Dat is geen kwestie van trots, maar veel meer van dankbaarheid.

Het land waarin we wonen is ook een land waarin veel van wat God verboden heeft normaal wordt gevonden, ja zelfs wettelijk is goedgekeurd. Ik denk aan die tienduizenden kinderen die in de moederschoot worden omgebracht; aan al die mensen die, al dan niet op eigen verzoek, worden gedood; aan dat huwelijk dat geen huwelijk is maar tóch zo wettelijk is verankerd, het zogenaamde homohuwelijk. Dat zijn zaken waarvoor je je schaamt. Daar wil je om zo te zeggen eventjes niet bij horen. Maar het is wel mijn land.

Privédomein

In ons land wonen we met veel anderen en andersdenkenden. Dat leidt onmiskenbaar tot spanningen. Van de weeromstuit verbant men religie makkelijk en goedkoop naar het privédomein. Dat is natuurlijk totaal onmogelijk; het is bovendien onwerkelijk, onheus en onhistorisch.

Ik denk aan soms kleine groepen jongeren die een hele wijk in de ban van hun straatterreur houden. Ik denk aan vuilspuiterij via internetsites, en provocaties. Ik denk aan vreselijke godslasteringen in de publieke ruimte. Zaken waartegen krachtig moet worden opgetreden. De sfeer van pappen en nathouden is voorbij. De overheid, en dus de politiek, moet daadkrachtig en gezaghebbend optreden. Daarvoor moet politiek draagvlak worden verworven, wat lang niet altijd vanzelfsprekend is.

Wat mij betreft is de kern van de politieke boodschap dat de Bijbelse waarden en normen zegenrijk zijn. Het is niet te peilen hoe rijk deze missie is en hoe vol van duurzaam perspectief. In het houden van Gods geboden is groot loon. Die zegen is niet voor te rekenen noch na te calculeren, maar is wel een wonderlijke werkelijkheid die in geloof te aanschouwen is. Daartoe moeten de vertroebelde voorzetlenzen voor onze ogen weg. Bekering en wederkeer heet dat, met als gevolg aan- en afhankelijkheid van de gekruisigde en opgestane Heere en Heiland Jezus Christus.

Moed benemend, het land waarin we wonen? Nou nee! De apostel Johannes schreef aan de vervolgde gemeente te Pergamus: “Ik weet waar gij woont.” God hield de leden van die gemeente vast, juist omdat zij zich zo dicht bij de troon van satan bevonden. En zie dan hoe zij hun geloof niet verloochenden. Ze beleden Zijn Naam, wat er ook tegenin kwam. Ze hebben er werk aan gehad, Gods zegeningen te tellen. Hoezeer ook verzondigd, wij hoeven het niet met minder te doen.

De auteur is voorzitter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer.