Voor de toekomst van onze kinderen

In de Waalse Kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een Haagse predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus een toespraak houdt. Deze toespraak is van Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP).

Afgelopen maand ben ik opnieuw vader geworden van een gezonde zoon. Als iets je doet stilstaan bij het thema ”toekomstgericht beleid” –het onderwerp van vandaag– dan is het wel de geboorte van je kind. In wat voor land komt hij terecht? Wat voor wereld laten wij hem na?

Deze vragen heb ik het afgelopen jaar ook mogen stellen in een ander verband. Ik mocht namelijk meeschrijven aan het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie, dat afgelopen vrijdag werd gepresenteerd onder de titel ”Hoopvol realistisch. Voorstellen voor een samenleving met toekomst”.

In dit verkiezingsprogramma staat niet voor niets de toekomst van onze kinderen centraal. Niet omdat de andere generaties geen aandacht verdienen, maar we voelen allemaal wel aan dat de beslissingen van vandaag impact hebben op de wereld van morgen.

Een onderwerp waar je die langetermijnfocus ziet terugkomen, is de waarde van het gezin; elke christelijke partij onderkent deze waarde. Immers, als iets belangrijk is voor de toekomst van een samenleving, zijn dat stabiele en liefdevolle gezinnen waar kinderen een stevige morele basis krijgen voor de rest van hun leven.

De laatste jaren zien we de financiële druk op gezinnen toenemen, ook vanuit de overheid. Als je kijkt naar het steeds grotere verschil in belastingdruk tussen kostwinnersgezinnen en tweeverdienersgezinnen, is zo langzamerhand elke verhouding zoek. Voor de toekomst van onze kinderen, voor een gezonde samenleving, is het van groot belang dat de overheid de druk op gezinnen in het spitsuur van het leven niet nodeloos opvoert.

Een ander onderwerp dat bij toekomstgericht beleid in het oog springt, is de zorg voor de schepping. Als christenen weten we ons rentmeester van een kapitaal dat we ongeschonden hebben door te geven aan een volgende generatie. We hebben de schepping zogezegd in bruikleen van onze kinderen.

Meer dan bij de vorige twee financiële voorbeelden klemt het hoe we als politici en als samenleving in het algemeen tekortschieten in onze omgang met Gods schepping. Van de slechte luchtkwaliteit in een aantal van onze Haagse straten tot de plastic soep in de wereldzeeën. Van uitputting van bodemschatten tot aan steeds meer CO2-uitstoot.

Deze urgente opgaven zouden ons als christenen in beweging moeten brengen voor de schepping. En zeker ook de politiek. Want een duurzame energievoorziening en een duurzame economie krijg je niet zonder toekomstgericht beleid. Zo’n toekomst komt niet dichterbij zonder duidelijke duurzame keuzes.

Over toekomstgericht beleid valt veel meer te zeggen dan deze twee voorbeelden. Voor al deze vraagstukken heeft de Prediker wijze lessen: zie de werkelijkheid onder ogen, nuchter en realistisch. Kijk verder dan je neus lang is, verder dan vandaag en morgen. De eeuw is immers in ons hart gelegd. En de tijden mogen veranderen, ons leven mag vluchtig zijn, God blijft dezelfde.

Afgelopen week stond ik aan de rand van het graf; om onze laatste opa te begraven. Niets zo vreugdevol om nieuw leven te verwelkomen en niets zo droevig, zo definitief als de dood in de ogen te kijken en afscheid te moeten nemen. Ook als er verder mag worden gekeken dan de dood. Christus is ons voorgegaan. Wat de toekomst brengen moge, Hij brengt ons naar dat onbekende land.

Dat is heel andere taal dan die van de pleitbezorgers van de ”laatstewilpil”. Onder de misplaatste noemer van barmhartigheid stelt het kabinet mensen de dood op bestelling in het vooruitzicht. Zelfbeschikking tot het bittere einde. Alhoewel, zelfbeschikking, de staat voegt aan het ”voltooide leven” nog wel even een soort leeftijdsgrens en een stervenshulpverlener toe.

Voor christenen is er alle reden om naast mensen te gaan staan die eenzaam zijn, zich verloren, zich overbodig voelen en tegenover die laatstewilpil Gods ”laatste wil” te zetten. Zoals boven een van de ingangen van deze Waalse Kerk staat: „Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven” (Matth. 11:28). Het beste komt nog. Hoe het ook zal gaan, want:

In goede machten liefderijk geborgen

verwachten wij getroost wat komen mag.

God is met ons des avonds en des morgens,

is zeker met ons elke nieuwe dag.