Wees als christen tot zegen in verkruimelde samenleving

Het zijn onbestemde tijden, waarin de samenleving een extra beroep op ons doet. Om naar elkaar om te zien en om als gezegende mensen de zegen van God en ”het goede nieuws” door te geven.

De onlinegokmarkt was opengesteld en heel Nederland moest dat weten. Goed nieuws, leek de reclame te zeggen. Je maakt kans op geld, op winnen, nog meer geld, weer winnen. Dat is het beeld dat als paradijs op aarde wordt voorgesteld. En iedereen weet hoe vatbaar de mens daarvoor is, jongeren en mensen in een financieel ongemakkelijke situatie nog meer. De onlinegokmarkt heeft al veel te veel jonge mensen tot het verspelen van hun tijd en geld gebracht. Ik hoop dat we er snel vanaf zijn.

Hieraan moest ik denken bij het lezen van die machtige woorden van Paulus in Romeinen 1. Er is een groot contrast tussen gokreclame en die eeuwenoude woorden. Ook Paulus zegt: goed nieuws! De blijde boodschap. Die is niet gericht op hebzucht, onmatigheid en de kortstondigheid van een geluksmoment, maar op reddende kracht, op geloof voor elke dag en op wat eeuwig van waarde is. Paulus zet de kern van het Evangelie in twee verzen neer (1:16-17). Daarmee bracht hij het reddende Evangelie naar Europa.

Eeuwen later was de Romeinenbrief opnieuw tot zegen. In 1514 was Luther een college aan het voorbereiden in een torenkamertje. Hij bestudeerde de Romeinenbrief. En wat worstelde Luther juist met deze tekst. Hij was bang voor het begrip ”rechtvaardigheid” in zijn relatie met God. Hij had zelfs een pelgrimstocht naar Rome gemaakt om van zijn aanklagende geweten af te komen. Maar niets en niemand kon hem helpen. Gods rechtvaardigheid is eisend van aard, dacht Luther. Maar toen hij Romeinen 1:17 las („De rechtvaardige zal leven door het geloof”), zag Luther het opeens: God schenkt om niet de rechtvaardigheid door Zijn Zoon. Geen eigen verdienste, niet de wet, maar alleen het geloof.

”Niet alleen”

De samenleving benadrukt voortdurend dat je geluk afhangt van wat je hebt of presteert of van wat anderen over je zeggen. Als woordvoerder volksgezondheid werd ik in het afgelopen jaar al snel geconfronteerd met de forse achteruitgang van de mentale gezondheid onder jongeren. Jongeren ervaren angst om te falen en druk om te presteren en de beste keuzes te maken. Om te voldoen aan het meritocratische ideaal: door hard te werken en jezelf te ontplooien haal je alles uit het leven. De ruimte om te vallen, van fouten te leren, opnieuw te proberen en genade te vinden, lijkt bijna geen optie.

Tegelijk ontving ik berichten over toenemende eenzaamheid. De coronatijd heeft gemeenschappen soms verder verkruimeld. Verbinding is op veel plekken geen vanzelfsprekendheid. Gelukkig gingen juist de kerken aan de slag met het programma ”Niet alleen”. Want deze tijd confronteert ons met wat er gebeurt als verbindingen wegvallen en omzien naar elkaar geen vanzelfsprekendheid is.

Tot afgehaakt gemaakt

Dit jaar werd de ”Atlas van Afgehaakt Nederland” gepresenteerd. Afhaken betekent hierin vaak: niet meer mee kunnen. De rapporteurs schreven: „Vergelijkbaar met het hedendaagse spraakgebruik over slavernij, waarin ”slaven” ”tot slaaf gemaakten” heten, zou men kunnen stellen dat ”afgehaakten” ”tot afgehaakt gemaakten” moeten worden genoemd. Mensen zijn niet doelbewust afgehaakt, maar afgehaakt gemaakt. Door turbulente maatschappelijke veranderingen. Door de meritocratische normen van de kennissamenleving. Door het verdwijnen van beroepen, opleidingen en tradities. Door economische structuurverschuivingen en braindrain uit krimpregio’s. Niet door een complot van ”de elites”, al is er in de afgelopen neoliberale decennia wel een opvallende kortsluiting opgetreden tussen hoogopgeleid en laagopgeleid, met bedoeld en onbedoeld een gebrek aan empathie en mededogen.” Een vlijmscherpe analyse van hoe ons land aan het uiteenvallen is.

Opvallend in het rapport is ook de aaneengesloten strook vanuit het midden van het land richting het noordoosten waarin veel mensen aangeven vertrouwen te hebben in de medemens. In het oosten van het land springt het vrijwilligerswerk eruit. Ook de kleinere gemeenten in Oost-Brabant en de protestantse Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden hebben relatief veel vrijwilligers. In grote lijnen is de eenzaamheidskaart het spiegelbeeld van de vrijwilligerskaart.

In het christelijk-sociale denken hebben we weinig op met dat meritocratische ideaal. Juist omdat we weten dat ieder mens door God geschapen is en daarmee beelddrager is van zijn Maker. In het gelaat van de ander ontmoet je iets van die Maker. Zo hebben de eeuwen door christenen zich ingezet voor goed onderwijs, goede zorg en verbondenheid in de samenleving. In tijden van secularisatie staat die verbondenheid echter onder druk.

Micha 6

De Atlas van Afgehaakt Nederland onderstreept het belang van gemeenschappen. Niet om de ongelijkheid verder te laten bestaan, zou ik willen toevoegen. Juist als we de ander hoog houden, hebben we ook recht te doen. Paulus schrijft in de Romeinenbrief over de gerechtigheid van God, die iets laat proeven van het Koninkrijk van God. Daarin heersen gerechtigheid en vrede, is de vreugde over het samenzijn compleet en ontvangt God alle eer.

Op 16 oktober was het Micha Zondag. In Micha 6 staat onze opdracht treffend verwoord. „Waarmee zal ik de Heer tegemoet gaan en mij buigen voor de hoge God? Zal ik Hem tegemoet gaan met brandoffers, met eenjarige kalveren? (…) Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is. En wat vraagt de Heere van u, anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God” (Micha 6:6 en 8). Dit is voor mij de opdracht die voortvloeit uit het geloof. Niet om gerechtvaardigd te worden, wel om recht te doen, in dankbaarheid voor de geschonken rechtvaardigheid.

Zegen

Het zijn onbestemde tijden. Dat merken de mensen die toch al veel tegenslag kennen het meest. Daarom is het nodig dat de overheid daadwerkelijk een schild voor de zwakken is en dat hulp op de goede plek terechtkomt. Het is onze plicht om honger en diepe armoede waar mogelijk te voorkomen. De samenleving doet nu een extra beroep op ons. Op naar elkaar om te zien. Om de energiebonus weg te geven, als we die niet nodig hebben. Om mee te doen met acties tegen eenzaamheid.

Voor die samenleving hebben we geweldig nieuws: alleen geloof, alleen de Bijbel, alleen genade. Die zijn genoeg. Dit nieuws bracht Luther op een wissel die ons hele continent gestempeld heeft. Het is nog steeds van onuitsprekelijke betekenis. Met goede moed en een rijke boodschap mogen we recht brengen aan mensen in de knel, bijdragen aan verbondenheid en als gezegende mensen de zegen van God doorgeven.

De auteur is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Dit artikel is een verkorte weergave van de toespraak die zij op 18 oktober hield tijdens de residentiepauzedienst in de Waalse Kerk in Den Haag.