Bied tegenwicht aan belediging en verwijdering

In de Waalse Kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een Haagse predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze toespraak is van Jan de Vries (CDA).

Afgelopen week verscheen “Vertrouwen en Zelfvertrouwen”, het product van de parlementaire zelfreflectie. In dit dikke boekwerk is er veel aandacht voor de incidentenpolitiek. Prof. Van den Berg constateert dat Kamerleden elke dag “verbijsterd” en “hoogst onaangenaam verrast” zijn. Daar blijft het echter niet bij. “Knettergek” lijkt inmiddels geaccepteerd taalgebruik. De verruwing van ons parlementair taalgebruik is besmettelijk, zo ondervind ik ook zelf.

Helaas kiest de stuurgroep Parlementaire Zelfreflectie niet voor een gedragscode voor taalgebruik en omgangsvormen in de Kamer. De stuurgroep kiest ervoor dit te zien als een verantwoordelijkheid van individuele leden, fracties en politieke partijen. Een gemiste kans. Gedragscodes werken niet alleen normerend, maar appelleren ook aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een leefbare gemeenschap. Daarom is het zo spijtig dat het parlement niet zelf tot een gedragscode weet te komen. Juist politici moeten beseffen hoe groot hun voorbeeldfunctie is.

Het parlementaire verschoningsrecht lijkt een excuus te worden voor niet alleen onparlementair taalgebruik, maar ook voor beledigen of zelfs discrimineren. En wie zich kritisch uitlaat over het toenemende beledigende en kwetsende taalgebruik, wordt verweten de vrijheid van meningsuiting te willen beperken. Alsof die absoluut is. De vrijheid van meningsuiting staat altijd in verhouding tot andere vrijheidsrechten, zoals de vrijheid van godsdienst.

Daarom kennen onze geboden naast een verbod op beledigen van mensen vanwege hun geloof ook een specifiek delict dat het lasteren van God strafbaar stelt als dit anderen krenkt. Dit wetsartikel doet recht aan de specifieke positie van gelovigen. Geloof raakt veel meer dan welke mening dan ook je persoonlijke identiteit. Een wetgever die godslastering strafbaar stelt, doet recht aan de godsdienstvrijheid en beschermt minderheden. De strafbaarstelling van smadelijke godslastering is een teken van beschaving.

Loze statements

Een teken van beschaving is het ook wanneer gelovigen met respect over andersgelovigen spreken en hen niet onnodig kwetsen. Als wij als christenen hechten aan onze vrijheidsrechten, gunnen wij die ook graag aan andere gelovigen. Alleen zo kunnen wij met recht een beroep doen op de overheid en rechter ter bescherming van onze vrijheidsrechten.

Misschien zouden wij als gelovigen ook meer respect afdwingen als wij ons niet te snel aangevallen voelen en vooral met overtuiging over God spreken. Na vijftien jaar in de actieve politiek moet ik erkennen dat ik het herkenbaar en geloofwaardig uiten van mijn geloof in mijn politieke standpunten een van de moeilijkste opgaven vind. Met steeds meer spoeddebatten en drie minuten spreektijd is dat welhaast onmogelijk geworden. Zo verwordt politiek bedrijven tot het afgeven van loze statements.

Op christenpolitici wordt extra gelet. En terecht worden wij extra beoordeeld op de wijze waarop wij ons geloof in de praktijk brengen. Iedere politieke partij maar ook maatschappelijke organisatie met de “C” in de naam heeft misschien wel niet de pretentie maar wel de intentie goed te doen.

Het is dan extra pijnlijk als blijkt dat christelijke organisaties zich in negatieve zin onderscheiden. Bijvoorbeeld door exorbitante topinkomens, een gebrek aan transparantie en medezeggenschap en door een dominantie van het economisch machtsdenken. Dan geven wij onbedoeld reden tot spot, belediging of laster. Terwijl juist in ons professioneel handelen, in welke sector dan ook, geloven kan leiden tot meer passie en een intensievere betrokkenheid. Betrokkenheid die leidt tot persoonlijke relaties. En juist in die persoonlijke relaties is er ruimte om met wederzijds respect ons geloof te delen en herkenbaar in de praktijk te brengen. Zo kunnen christenen in politiek en samenleving tegenwicht bieden aan de trend van belediging en verwijdering. Daar hebben wij naast de Tien Geboden geen nieuwe gedragscode voor nodig.

De auteur is lid van de Tweede Kamer voor het CDA.