Of u het nu wilde of niet; de laatste paar weken werd u bijna dagelijks geconfronteerd met nieuws over de paus. Eerst was dat rond het overlijden van paus Franciscus en daarna ging het dagenlang over zijn opvolger paus Leo XIV. In de berichtgeving over deze laatste paus, kreeg u ook wat mee over paus Leo XIII die met zijn encycliek De rerum novarum aan de wieg stond van katholiek sociaal denken.
Naast de vorige paus, heb ik voor mijn geloofsleven en dus ook voor het dagelijkse leven dat als het goed is daaruit volgt en dus ook voor mijn staan in de politiek, veel gehad aan paus Benedictus XVI. U kent hem misschien van de zogeheten Jezusboeken. Als dogmatisch theoloog – toen nog geheten Joseph Ratzinger – schreef hij het boek De kern van het geloof.
Theologie van het Kruis versus Incarnatietheologie
In dit boek maakt Ratzinger een onderscheid tussen de Theologie van het Kruis en de Incarnatietheologie.
De Theologie van het kruis gaat uit van het oorspronkelijk getuigenis; de oudste uitingen van het christelijk geloof zoals te vinden is in de brieven van Paulus. De Theologie van het Kruis legt de nadruk op het onderscheid; de kloof tussen God en mens, ontstaan door de zondeval, die geheeld moet worden door de kruisdood van Jezus.
De Incarnatietheologie is – zo stelt Ratzinger – van jongere datum en is een verdere doordenking van de Theologie van het Kruis. Ze is met name te vinden bij Johannes. De evangelist Johannes verwoordt kernachtig in de epiloog van zijn evangelie de Incarnatietheologie: “het Woord is vlees geworden en Het heeft onder ons gewoond.” (Joh 1,14). Volgens Ratzinger gaat de Incarnatietheologie in de richting van een meer optimistische visie. Het aller voornaamste is niet dat de mens zondig is en gered moet worden; het reikt veel verder dan zo’n herstel van het verleden. Het moet gezocht worden in het benaderen van de volledige eenheid van God en mens. Daarentegen benadrukt de Theologie van het Kruis eerder de gebrokenheid van de mensheid; de zich vernieuwende en telkens weer optredende breuk in de zelfverzekerdheid en het zelfbewustzijn van de mens.
Volgens Ratzinger zijn deze twee richtingen in de christologie terug te vinden in de verschillende christelijke tradities. De Incarnatietheologie heeft, volgens hem, vooral de overhand in de katholieke overlevering van oost (Orthodoxie) en west (rooms-katholicisme). De Theologie van het Kruis is resoluut naar voren gekomen in het reformatorisch denken (met name bij Calvijn en Luther). Ratzinger benadrukt dat deze twee richtingen in de christologie fundamenteel in elkaars verlengde liggen: geen Incarnatietheologie zonder Theologie van het Kruis en omgekeerd. Deze twee houdingen moeten uiteraard niet uit elkaar worden gespeeld, maar bij elkaar worden gedacht. Wel zijn de uitgangsposities anders: de Incarnatietheologie vertrekt vanuit het verbond tussen hemel en aarde; de Theologie van het Kruis vanuit een breuk die hersteld moest worden, De incarnatie nodigt zo uit tot een holistische visie op de werkelijkheid; een én-én benadering. Een visie die probeert tegengestelde zaken bij elkaar te houden. Als we de incarnatie serieus nemen verandert ons perspectief: want in het stoffelijke kan God present zijn.
Betekenis voor de teksten van vandaag
De Incarnatietheologie helpt mij om de woorden die we vandaag horen bij Prediker te verstaan. Want laten we eerlijk zijn: de woorden uit Prediker klinken ons wat vreemd in de oren. Ze roepen op om vooral te genieten van het hier en nu, te genieten van drank en eten. Klinkt dat niet wat al te hedonistisch? Toch zit er een diepere betekenis achter deze oproep. Om het wat provocerend te zeggen: genieten van het aardse is een uiting van ons geloof in de Incarnatie. God heeft deelgenomen aan ons menselijk, stoffelijk bestaan. Zo blijkt dat de mens en het lichamelijke bestaan ertoe doen. Maar let op: Incarnatietheologie is geen syncretisme! De Theologie van het Kruis vult haar aan. Het is zeker geen verabsoluteren van het aardse. Dit aardse wordt voltooid op het einde der tijden, wanneer God, alles in allen is. Dit is wijs zijn met genieten: het aardse op waarde schatten én tegelijkertijd het relativeren. Dit relativeren is niet bagatelliseren maar het aardse in relatie zien tot waar het uiteindelijk om draait.
Doorwerking in de politiek
Deze en-en houding helpt mij ook in de politiek. Sint-Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuïeten, zei eens: “Handel en werk alsof alles van jou alleen afhangt, en vertrouw en bidt tegelijk zo tot God, alsof alles van Hem alleen afhangt.” In onze werkzaamheden in de politiek probeer ik zo te handelen dat we de aarde en haar toekomst serieus nemen, met een holistische visie op de werkelijkheid. Paus Franciscus zegt het zo in zijn encycliek Laudato Si: “Een gevoel van innige verbondenheid met de andere wezens in de natuur kan niet echt zijn, als er tegelijkertijd in het hart geen tederheid, medeleven en bezorgdheid is voor de mens. De inconsequentie van degene die strijdt tegen de handel in dieren die dreigen uit te sterven, maar totaal onverschillig blijft voor mensenhandel, geen belangstelling heeft voor de armen of vastbesloten is een andere mens die hem niet aanstaat, te vernietigen, is duidelijk. Dat brengt de zin van de strijd voor het milieu in gevaar. Alles is met elkaar verbonden. Daarom is er een bezorgdheid voor het milieu vereist die verbonden is met een oprechte liefde voor de mens en een voortdurende inzet betreffende de problemen van de maatschappij.” (Laudato Si 91).
Onze politieke keuzes, onze zorg voor het milieu, en onze liefde voor de medemens zijn allemaal aspecten van deze verbondenheid. Het genieten van het aardse leven moet daarom gepaard gaan met een gevoel van verantwoordelijkheid en zorg voor de wereld om ons heen. Genieten van het aardse leven is een uiting van ons geloof in de Incarnatie, omdat het erkent dat God in het stoffelijke aanwezig kan zijn. Echter, het is wijs om dit genieten niet te verabsoluteren en ons bewust te blijven van de tijdelijke aard van ons bestaan en van het gegeven dat we allemaal onnutte dienstknechten zijn, levend uit Gods genade. Door een balans te vinden tussen vreugde en verantwoordelijkheid, kunnen we een holistische visie op de werkelijkheid ontwikkelen die zowel de goedheid van de schepping als de gebrokenheid van de mensheid erkent.
Drs. F.W.J. Holterhues is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie. Hij hield op 20 mei een toespraak tijdens de residentiepauzedienst in de Waalse Kerk in Den Haag.